- wankelen
- {{wankelen}}{{/term}}1 [onvast zijn; weifelen] chanceler2 [waggelen] tituber♦voorbeelden:1 een wankelende pas • une démarche chancelantemijn principes zijn aan het wankelen gebracht • mes principes sont ébranlésaan het wankelen brengen • faire vaciller2 hij wankelt naar de deur • il avance en titubant vers la porte
Deens-Russisch woordenboek. 2015.